Begrippenlijst
Een eenvoudig overzicht van de belangrijkste begrippen.
Aandeelhouder
Iemand die in het bezit is van een of meer aandelen van een vennootschap (NV of BV) noemen we een aandeelhouder.
Aandelen ( Shares )
Aandelen zijn waardepapieren die een aantal rechten met betrekking tot een vennootschap geven.
Accountant ( Auditor )
De term accountant is een bij wet beschermde beroepsaanduiding. Niet iedereen mag zich zomaar accountant noemen.
Achtergesteld ( Subordinated )
Later voor betaling in aanmerking komend dan claims van andere schuldeisers.
Activa ( Assets )
Activa is een term die het geheel aan bezittingen van een onderneming aangeeft. Activa worden aan de linkerkant (debetzijde) van de balans opgenomen.
Afletteren
Afletteren is boekhoudkundig begrip en betekent eigenlijk het "afvinken" van mutaties op een grootboekrekening die bij elkaar horen.
Afschrijven ( Amortise / Depreciate )
Het afboeken van de waardevermindering van bedrijfsmiddelen.
Balans ( Balance sheet )
De balans is een overzicht van alle balansrekeningen en hun saldo's.
Baten & Lasten ( Income & Expenses )
Baten en lasten zijn financiële feiten die niet op één moment plaatsvinden, maar hebben betrekking op een bepaalde periode. Voorbeelden: contributie, subsidie, huur.
Begroting ( Budget )
Een begroting is een op de toekomst gerichte voorlopige schatting van kosten, inkomsten en uitgaven.
Beleggen ( Invest )
Een bestemming geven aan spaargeld, voor een periode van minimaal een half jaar.
Bestensorder
Order tot aan- en verkoop van effecten, waarvoor de klant geen boven- of ondergrens in de prijs heeft opgegeven; voor de best mogelijke prijs.
Beurswaarde
De prijs waartegen alle gezamelijke aandelen van een onderneming op een bepaalde dag wordt verhandeld.
Boekdatum
De boekdatum is de dag van registratie in de boekhouding.
Boekhouden
Boekhouden is het vastleggen van financiële gegevens: alle ontvangsten en betalingen maar ook alle vorderingen en schulden.
Boekjaar
Het jaar waarop de cijfers in de jaarrekening betrekking hebben wordt het boekjaar genoemd.
Boekwaarde ( Book value )
De boekwaarde is de waarde waartegen bezittingen en schulden op de balans zijn opgenomen.
Budgetteren ( Budgeting )
Budgetteren is een cijfermatige voorstelling van de kosten en de opbrengsten voor een komende periode.
Call-optie
Het recht om 100 aandelen te kopen tegen een vooraf overeengekomen prijs gedurende een vooraf overeengekomen periode.
Cash flow
Met cashflow wordt het geld dat een organisatie in en uit gaat bedoeld: de kasstroom.
Consolideren ( Consolodate )
Bij consolideren is er sprake van dat de financiële cijfers (de cijfers op de balans en winst en verliesrekening) van een moederbedrijf en haar dochterondernemingen bij elkaar worden opgeteld.
Converteerbare obligaties ( Convertible bonds )
Converteerbare obligaties zijn leningen die de obligatiehouder desgewenst kan omzetten in aandelen.
Crediteuren
Met crediteuren worden de leveranciers van een onderneming bedoeld.
Current ratio
De Current ratio is een kerngetal (Current ratio = vlottende activa / kort vreemd vermogen) dat aangeeft in hoeverre een onderneming in staat is om kortlopende schulden te betalen, zonder daarvoor nieuwe financiƫle bronnen aan te boren.
Debiteuren ( Debtors )
Debiteuren zijn afnemers van producten of diensten (klanten) van een onderneming die hun rekening nog moeten betalen.
Dividend
Winstuitkering van het bedrijf aan de aandeelhouders.
Dubbel boekhouden
Dubbel boekhouden is een systeem waarbij ieder bedrag twee keer geboekt wordt. Zowel aan de passivazijde (credit) als aan de activazijde (debetkant). Het gevolg van deze techniek is dat debet en credit altijd gelijk moet zijn.
Eigen vermogen ( Owner's Equity )
Het eigen vermogen wordt aan de rechterkant van de balans onder de activa geplaatst en is als het ware de schuld van het bedrijf aan zijn eigenaren. Het is het "eigen geld" van de onderneming. Het bestaat uit het aandelenkapitaal plus de reserves.
Emissie
Uitgifte van aandelen of obligaties.
Emitteren
Aandelen of obligaties uitgeven. De uitgevende onderneming heet emittent.
Factoring
Factoring is het uitbesteden van de debiteurenbewaking en -inning.
Factuurstelsel
Het factuurstelsel houdt in dat u de btw aangeeft aan de hand van de datum op de ontvangen en verstuurde facturen (ongeacht de ontvangstdatum).
Financiële feiten
Alle zakelijke gebeurtenissen die in de administratie verwerkt moeten worden.
Goodwill
Goodwill vertegenwoordigt de toekomstige inkomsten van de ondernemingen die nog niet gewaardeerd zijn op de balans, maar die al wel bestaan in de vorm van kennis, klanten, merken, personeel, etcetera.
Incourante voorraad ( Obsolescent stock )
Als een deel van een voorraad binnen een economisch verantwoorde termijn niet meer verkocht kan worden, is er sprake van incourante voorraad.
Inflatie
Geldontwaarding.
Interimdividend
Tussentijdse winstuitkering.
Intracommunautaire prestatie
Levert u als ondernemer goederen of diensten aan een btw-plichtige afnemer in een ander EU-lidstaat dan is er sprake van een intracommunautaire prestatie (ICP).
Jaarverslag ( Annual Report )
Met een jaarverslag geeft een onderneming aan wat er in het betreffende jaar is gebeurd, al dan niet met een financiële verantwoording.
Kasstelsel
Het kasstelsel houdt in dat uw de btw aangeeft op het moment dat u uw facturen daadwerkelijk ontvangt of betaalt. U moet aan bepaalde voorwaarden voldoen om het kasstelsel te mogen toepassen. Voldoet u niet aan deze voorwaarden, dan bent u verplicht de omzetbelasting via het factuurstelsel af te dragen.
Koers-dividendverhouding
Prijs van een aandeel, gedeeld door de winst die erop is uitgekeerd.
Koers-winstverhouding
Prijs van een aandeel, gedeeld door de nettowinst van een onderneming, of die nu is uitgekeerd of niet.
Kolommenbalans
Een kolommenbalans bestaat uit de proefbalans, saldibalans, resultatenrekening en balans. Elk overzicht bestaat uit een debet en creditzijde.
Liquide middelen
Geld dat een onderneming op bankrekeningen en spaarrekeningen heeft staan maar ook geld dat een onderneming in de 'kas' heeft zitten, valt onder liquide middelen.
Nominale waarde
Waarde zoals die staat aangegeven op het aandeel, dit is meestal niet de beurswaarde.
Obligatie
Lening.
Omzetbelasting
Omzetbelasting of btw (belasting toegevoegde waarde) is een belasting die een overheid heft op de verkoop van producten of diensten.
Onderhandse lening ( Private loan )
Er is sprake van een onderhandse lening als u geld leent van iets of iemand anders dan een financiële instelling.
Openstaande posten
Met openstaande posten zijn in de boekhouding facturen die u nog moet betalen of facturen die nog door uw klanten betaald moeten worden.
Optie ( Options )
Het recht om binnen een afgesproken periode en voor een afgesproken prijs honderd aandelen te kopeen of te verkopen.
Participatiemaatschappij
Een instantie die deelneemt in het eigen vermogen van vooral jonge ondernemingen, en die haar deelneming na de aanlooptijd winstgevend probeert te verkopen.
Passiva ( Liabilities )
Met de term passiva worden de schulden van een onderneming bedoeld. Het is vreemd vermogen dat is aangetrokken om het bedrijf mee te financieren. Passiva staan aan de rechterkant (creditzijde) op de balans.
Preferent
Met voorrang.
Prioriteitsaandeel
Aandeel waaraan bepaalde voorrechten zijn verbonden onder andere met betrekking tot de benoeming van directie en commisarissen.
Put-optie
Optie die het recht geeft gedurende een vooraf overeengekomen periode tegen een vooraf afgesproken prijs honderd aandelen te verkopen.
Quick ratio
De Quick ratio (Quick ratio = (vlottende activa - voorraden) / kort vreemd vermogen) geeft antwoord op de vraag of een onderneming op een bepaald moment in staat is om de vorderingen van crediteuren te betalen. Het verschil met de Current ratio is dat voorraden niet meetellen.
Rekening courant
Het is een rekening of afspraak met de bank waarop de onderneming tot een zeker niveau negatief kan staan en waar dagelijks bedragen bijgeschreven of overgeschreven kunnen worden.
Rentabiliteit
Met rentabiliteit wordt de winstgevendheid van een onderneming aangegeven.
Risicodragend vermogen
Eigen vermogen plus achtergesteld vreemd vermogen.
Solvabiliteit
De solvabiliteit van een bedrijf geeft de mate aan waarin er schulden gedekt zijn door bezittingen.
Sterfhuisconstructie
Splitsing van een onderneming in winstgevende en verlieslatende delen.
Stockdividend
Dividend dat wordt uitgekeerd in de vorm van aandelen, in tegenstelling tot contant dividend: cashdividend.
Transitorische posten ( Accruals )
Ondernemingen hebben vaak te maken met opbrengsten en kosten die periodiek terugkeren. Dit zijn transitorische posten. Transitorische posten worden verspreidt over meerdere perioden en zelfs boekjaren. Transitorische posten staan tijdelijk op de balans maar komen later ten laste of ten gunste van de resultatenrekening.
Tussenrekeningen ( Suspence accounts )
Een tussenrekening is een grootboekrekening waar je tijdelijk een betaling of ontvangst neerzet. Er zal altijd een tegenboeking volgen zodat het saldo van de tussenrekening op het eind van een boekjaar op nul komt te staan.
Vreemd vermogen
Krediet.
Werkkapitaal
Het werkkapitaal is de hoeveelheid geld die een onderneming nodig heeft om de bedrijfsactiviteiten goed te kunnen uitoefenen.
Winst en Verliesrekening ( Profit and Loss account )
De Winst & Verliesrekening of Resultatenrekening is een overzicht van de opbrengsten en kosten van een onderneming over een bepaalde periode.
Winst nemen
Verkoop van stukken met het doel opgetreden koerswinst te realiseren.